home

De digitale snelweg: overheid schept kaders, bedrijfsleven realiseert.

Christine Karman (BSO)

In de volkskrant van 19 september houdt Francisco van Jole een pleidooi voor een grote overheidsbemoeienis met het aanleggen van de digitale snelweg. Men gaat de aanleg overlaten aan multinationals die "in de beslotenheid van directiekamers" beslissen over het democratisch gehalte van de digitale snelweg. Op 27 september reageert Peter Olsthoorn met de stelling dat de overheid de ruimte moet geven aan de elektronische snelweg, dat de overheid zich er juist zo min mogelijk mee moet bemoeien. Naar mijn mening hebben beiden ongelijk.
Niet alleen de multinationals bedenken in directiekamers initiatieven die de burgers niet goed uitkomen. De overheid kan er ook wat van. Francisco noemt zelf het voorbeeld van het voorgestelde verbod op cryptografie dat al na de eerste aankondigingen na massaal protest weer moest worden ingetrokken. Ook de betuwelijn is geen voorbeeld van overheidsinitiatief dat door "de burger" in dank wordt afgenomen. De lijn is gepland, deels ontworpen, er komt publiciteit (en inspraak?) en het initiatief leidt zo niet schipbreuk dan toch ernstige schade. Bedenk wel dat het hierbij niet gaat om een plannetje dat een of andere ambtenaar op een achternamiddag heeft uitgebroed, maar dat het gaat om een project van acht miljard gulden aan overheidsgeld. Daar zou je als minister van financiën een nachtje over slapen, om het voorzichtig te zeggen. In het kader van dit stukje vind ik het niet relevant om in te gaan op alternatieve routes en dijken en dergelijke. Wel relevant is het de spoorlijn af te wegen tegen andere mogelijkheden om hetzelfde doel te bereiken. Wat is dat doel? Een betuwelijn dient uiteindelijk om de Nederlandse economie te stimuleren c.q. te beschermen. Een doorvoerroute per trein helpt de Rotterdamse haven en daarmee de economie. Of niet?
We leven in een tijd waarin informatievoorziening en telecommunicatie de belangrijkste factoren zijn voor economisch succes. Heb je informatie en communicatie dan komt het kapitaal ook en daarmee de rest. Toch? Bepalend voor de Rotterdamse haven is dus wie de informatie heeft voor het vervoeren van goederen naar, van en door de haven, en wie die stromen bestuurt. Het geld wordt verdiend door degeen die "het doet", degeen die aan de touwtjes trekt. Ook als die niet in Rotterdam woont, of zelfs maar in Nederland. Maar h‚, dan is niet de spoorlijn belangrijk, maar de informatievoorziening en de communicatie rond de logistiek van de haven. Een informatie infrastructuur zou wel eens veel meer waarde kunnen hebben voor ons land dan een spoorlijn. Als Nederland door een goede op de toekomst gerichte informatie infrastructuur het stuurhuis kan zijn van de internationale goederenhandel levert ons dat toch veel meer op dan het aanleggen van een spoorlijn?
Een "Nationale Informatie Infrastructuur (NII)" dus. Maar was dat niet het woord dat Bill Clinton gebruikt als hij het over de elektronische snelweg heeft? Dan weten we ook wat het kost: iemand heeft berekend dat de elektronische snelweg tegen de 15 miljard kost. Minder dan het dubbele van de Betuwelijn. Toeval dat die bedragen van dezelfde orde van grootte zijn? En is het een verdienste van het vorige kabinet dat ze ervoor kiezen een treintje te laten rijden tussen Rotterdam en Duitsland in plaats van Nederland het Europese informatie-knooppunt te laten worden? In plaats van via Nederland de hele Europese economie te laten besturen? Want dat laatste kan als wij als eerste een NII hebben. Dan groeit onze NII uit tot een III.
Met dit voorbeeld wil ik illustreren dat de overheid dus ook grootschalige initiatieven neemt die de burger niet wil, maar dat de overheid inderdaad zoals Francisco zegt niet kiest voor de digitale snelweg.

Moet dan de overheid wel het geld geven (om te beginnen die acht miljard dan maar) en tegelijkertijd er zich niet mee bemoeien? Lijkt me ook nogal link. Je ziet wat er gebeurd met de TV-kanalen die we nu al hebben. Hoe meer zenders er zijn, hoe meer rommel er is te zien. Het aantal bekijkenswaardige programma's is helemaal niet toegenomen. Krijgen we straks honderd kanalen, of vijfhonderd, we worden er niet beter van. Ja, maar we krijgen ook tweerichting TV. Jaja. Is een bedrijf erin geïnteresseerd dat ik mijn kritisch commentaar via TV aan miljoenen kijkers kan doorgeven? Is een commerciële omroep erin geïnteresseerd dat ik mijn eigen programma's (of een opname van een aquarium) "op het net zet"? Welnee. Een commerciële omroep wil zelf uitzenden en wil geen concurrentie van iedere idioot met een videocamera. Tweeweg TV zal dus zijn dat ik na een commercial met een druk op een knop kan kiezen of ik het produkt morgen of overmorgen wil kopen. Als we het aan de commerciële TV-maatschappijen overlaten. Moeten we dan vertrouwen op de telecom leveranciers? Daar heb ik ook wat moeite mee. Nu heb ik internet, de voorloper van de digitale snelweg, en kan ik tegen beperkte kosten communiceren, informatie verzamelen, informatie verspreiden, en zelfs videobeelden uitwisselen met een groot publiek. Daar verdient niemand structureel wat aan. Maar als een telecombedrijf (zoals KPN) een dergelijke infrastructuur gaat beheren willen ze tikken tellen. Terecht, want dat is hun business. Maar daar zit ik als consument ook niet op te wachten want dat maakt alles ineens wel erg duur.

Dilemma. De overheid moet niet de digitale snelweg aanleggen want dan komt er niks van terecht. Maar de overheid moet het ook niet aan het bedrijfsleven overlaten want dan krijgen we iets wat we niet willen. Maar het is geen dilemma: beide moeten doen waar ze voor zijn. De overheid is voor democratische controle (wat levert het op voor de burger) en voor de stimulering van de economie. Het bedrijfsleven kan ondernemen, plannen en financieren, dus moet de eigenlijke aanleg voor zijn rekening nemen. Met de beperkingen die de democratie stelt (het moet wat opleveren voor de burger).
De Digitale Stad is een aardig voorbeeld, zij het erg kleinschalig, van hoe het kan. Het initiatief wordt door de overheid gesteund met subsidie (veel te weinig overigens), "politiek gewicht" en publiciteit, waarna het bedrijfsleven meedoet en sponsort met apparatuur en communicatievoorzieningen. De Stad wordt niet geleid door de overheid, maar ook niet door het bedrijfsleven. Het is een soort nutsbedrijf zou je kunnen zeggen. En gratis ook nog. Echter, de overheid schiet na verloop van tijd tekort in het steunen van het initiatief en stopt ook nog met de financiële bijdragen. Voordat het bedrijfsleven een kans heeft gekregen substantieel aan de financiering bij te dragen. Hoe zou het lopen als de overheid niet direct gesubsidieerd had, maar met financiële en politieke middelen ervoor gezorgd had dat anderen (particulieren, bedrijven of anderszins) de financiering op zich hadden genomen? Dat zullen we dus niet weten.
Er zijn nog geheel andere argumenten waarom de overheid niet de digitale snelweg geheel aan het particulier initiatief kan overlaten. Zoals ook Francisco in zijn artikel zegt, de digitale snelweg zal de maatschappij fundamenteel veranderen (Peter Olsthoorn vindt het allemaal niet zo revolutionair, maar dat terzijde). Telewerken zoals we dat nu kennen is slechts een slap aftreksel van hoe we over vijf tot tien jaar zullen kunnen werken. Je kan nu apparatuur kopen waarmee je je kantoor thuis virtueel kan nabouwen. Je zit in je studeerkamer, je zet een speciale bril op en je bent plotsklaps op kantoor. Je denkt dat je collega er ook is (die zie je immers tegenover je) maar die zit in werkelijkheid ook thuis met zo'n bril en een videocamera. Je hoeft niet meer anderhalf uur in de auto te zitten of drie kwartier door de regen te fietsen of op een tochtig station op een te late trein te wachten. Hup na het ontbijt en de koffie gelijk aan het werk. En als de kinderen thuiskomen om twaalf uur ben je er ook weer even om met ze te eten. Leuk toch? Het is nu nog wat duur om het zo te doen, maar wat nu technisch kan is morgen gewoon. Dit is maar een voorbeeld, ik kan tien andere bedenken. Maar stel je eens voor hoe dat onze maatschappij verandert. Geen files, minder stress, zeer variabele werktijden (om elf uur ben je even virtueel in de supermarkt) en geen internationaal zakelijk vliegverkeer (nu al hebben multinationals teleconferencing verbindingen met de VS om er niet steeds naar toe te hoeven reizen).
Nou zeg je "ja, maar dat wil ik helemaal niet!". Ik wil niet thuisblijven werken en winkelen. Tja, de ervaring leert dat dat geen keuze is. Wat technisch kan en economisch verantwoord is dat zal vroeger of later gebeuren. De enige keuze die we hebben is om het op een prettige of onprettige wijze te laten verlopen.
Nog meer ingrijpend zal zijn de invloed van de nieuwe technologie op onze cultuur en omgangsvormen. Communicatie via de digitale snelweg die we nu hebben (het internet) is persoonlijker dan via de telefoon. Tegelijkertijd zijn er niet de barrières die je in een persoonlijk gesprek hebt. Mensen die zowel bij een ontmoeting als via de telefoon verlegen zijn komen op het internet ineens helemaal los. Niet voor niks dat de piek in internetgebruik later op de avond niet stopt om twaalf uur maar soms nog uren doorgaat. Of wat te denken van een collega die ik twee jaar ken, maar pas toen ik hem onlangs op het internet tegenkwam praatten we er voor het eerst over dat we allebei gescheiden zijn en kinderen hebben. Nogmaals, je kan het allemaal niet willen, maar er is weinig te willen. We kunnen slechts sturen binnen zekere grenzen, en hopen dat een overheid tijdig inziet welke rol ze moet (en kan) spelen om ons land maximaal voordeel te laten halen uit de digitale snelweg.

Als de digitale snelweg een dermate ingrijpende invloed op onze samenleving zal hebben, dan heeft de overheid hier een taak. Een sturende taak, vanuit economische overwegingen wellicht een initiërende taak, maar niet een uitvoerende taak.
De discussie over de digitale snelweg is aangezwengeld door een breed veld van bedrijfsleven, universiteiten, instellingen, lokale overheid en particulieren. De landelijke overheid heeft daar slechts een beperkte rol in gespeeld. We staan nu voor de stap om echt iets te gaan doen. Laten we om te beginnen niet wachten op "Europa" of op de Verenigde Staten. Van Europa verwacht ik eigenlijk niet zoveel, maar bovendien kan het nooit kwaad dat ons land door voorop te lopen ook veel van de opbrengsten naar zich toe trekt. Wie de trend zet zal ook veel van de digitale touwtjes in handen krijgen. Laten we ook niet teveel verwachten van "de multinationals". Ik vraag me af of die de bedrijfscultuur hebben om een digitale snelweg van de grond te krijgen. Ze zullen ook niet zomaar de handen ineen slaan, immers wat concurrentie kan in dezen geen kwaad. Van de overheid verwacht ik dat ze de voorwaarden schept om tot een NII te komen die gericht is op de langere termijn, dat wil zeggen een technologie die tot na 2000 meekan (da's al heel lang in dit geval). Subsidies moeten dan besteed worden om bedrijfsleven, non-profit instellingen en overheden in staat te stellen de NII te definiëren binnen de kaders die democratisch daaraan worden gesteld. Tevens kan subsidiegeld gebruikt worden om over een dood punt heen te komen dat wordt veroorzaakt doordat de vraag er pas is als er aanbod is en andersom. Er zijn experimenten gaande, er zijn nog veel meer experimenten nodig.
Het bedrijfsleven is prima in staat de hardware van de infrastructuur neer te zetten. En ach, hoe die eruit ziet zal me eigenlijk een zorg zijn. Als het maar snel, flexibel, goedkoop en tweerichting is. Meer waarde hecht ik aan de auto's die er op de digitale snelweg zullen rijden: hoe integreren we telefoon, computers en TV tot een zinvol produkt? Er ligt werk voor de overheid om de kaders te scheppen waarin burgers en bedrijfsleven in staat zullen zijn diensten en produkten te definiëren en te ontwikkelen.
Wanneer? Nou eh.., nu. We hebben die acht miljard weet je nog? Kunnen we wel even mee voort. Laten we de rest te zijner tijd door "Europa" betalen.